Van Garry Kasparov moeten we niet alleen partijen analyseren die we verloren hebben, maar zeker ook de partijen die we winnen omdat ook in winstpartijen onzuiverheden zitten waar we van kunnen leren. Zo ook dit vluggertje.
Ik had al een tijdje geen dameopeningen meer gespeeld, en ik had er wel weer eens zin in. Zo’n lekker klassiek spel van een aanvaller tegen een solide verdedigende speler, en dan maar zien of je er doorheen komt.
“What is most imporant is who could force the opponent into the field they feel most comfortable.” ~ Garry Kasparov
Ik wilde dus een aanvallend spel spelen, en besloot alle ruimte te nemen die mijn tegenstander me toeliet, hetgeen resulteerde in een vierpionsaanval.
In de opening speelt zwart erg passief, waardoor het wit lukt om het paard dat de koningsveiligheid moet garanderen weg te duwen. Om onduidelijke redenen weigert zwart om dit plaats terug te zetten, bijvoorbeeld door op termijn f6 te spelen en daarna met het paard terug te slaan. Deze fout zal zwart fataal worden, maar niet nadat wit eerst een hoop initiatief uit handen zal geven.
De cruciale zet in deze partij, even afgezien van zwarts fouten die hieraan voorafgaan, is 17. b3.
Houdini gaat helemaal bonkers op 16. … Pb6 en geeft -15 (zie afbeelding).
Om goed te begrijpen waarom, is het belangrijk om het vervolg te snappen.
Na 17. Pg5 heeft wit een directe mataanval met Dh7. Zwart heeft weinig verdediging – 17. … g6 loopt op Pxf7+ waarna zwart de kwaliteit verliest en de situatie wel heel precair wordt; 17. … Db4+ is beter, maar wordt gecounterd met Le3.
In de partij echter, speelde ik het slappe b3 en gaf daarmee een dodelijke aanval op.
Wat belangrijk is om hier te onderkennen, is dat ondanks de verkeerde beslissingen van zwart, wit veel eerder had toe kunnen slaan. Het paard van c3 had naar e4 gemoeten, met grote problemen voor zwart na Pg5, de b pion die wordt geslagen is feitelijk irrelevant.
Zwart probeert zichzelf op de verkeerde manier te bevrijden, en wit realiseert zich dit onvoldoende. Achteraf gezien (en met de hulp van Houdini!) is het eigenlijk eenvoudig om te zien dat wit zich na de tiende zet laat afleiden, en zwart de gelegenheid geeft om zich ietwat te herpakken.
De mataanval met 19. Dd3 is opzichtig en gemakkelijk te pareren, en na 22. Pc4 is er weinig van wits druk op zwart meer over. Wit staat beter, maar zeker niet gewonnen. Daar heeft wit een blunder van zwart voor nodig.