Deze les is bedoeld om jonge kinderen (groep 8 / brugklas) kennis te laten maken met het laten uitbarsten van een (strato-)vulkaan.
Leerdoelen:
- Onderdelen van een vulkaan
- Hoe een vulkaan groter wordt
- Dat een vulkaan naast lava ook gas en as uitstoot
- Hoe meer gas er in de magma zit, hoe explosiever de vulkaan
- Waar op aarde er vulkanisme kan voorkomen
- Hotspots en plaatgrensvulkanen
- Stromboli, Vesuvius en Etna
Je hebt nodig:
- Voor elk koppel kinderen een teiltje
- Iets om een vulkaankegel van te knutselen (wij doen het met zand)
- Een erlenmeier met bakboeder (sodium-bicarbonaat) en wat dreft (voor de bubbels)
- Azijn
- Een collega of toa om te helpen begeleiden
- Dit werkblad: Een vulkaan maken
Tijdsduur 50 minuten + nabereiding
Tips
- Presenteer eerst de hele taak
- Laat de kinderen eerst de proefopstelling tekenen. Je kunt op die manier controleren of ze de onderdelen van de vulkaan (magmakamer, kraterpijp, krater) hebben begrepen.
- Deel de azijn pas uit als de kinderen echt helemaal klaar staan. De proef kan maar een keer worden gedaan!
- Laat kinderen de proef filmen, dan kunnen ze terugkijken.
- Bij het verwerken van de stof na de proef gaat het erom dat de kinderen begrijpen hoe een vulkaan steeds groter kan worden (namelijk door het afzetten van nieuwe lagen lava en as).
- Bij deze proef staat de algemene regel centraal dat hoe meer gas er in de lava zit, hoe meer druk er wordt opgebouwd en hoe explosiever de vulkaan dus wordt. Bij leerlingen met een grotere cognitive load kun je vragen naar eventuele andere factoren die de explosiviteit van de vulkaan beinvloeden (zoals de breedte van de kraterpijp, de viscositeit van de magma, het volume van de magmakamer etc.)
Achtergrond:
De chemische reactie die plaats vindt, is een zuur-basereactie waarbij koolzuurgas vrijkomt. Samen met de dreft zorgt dit ervoor vloeistof gaat bubbelen en uiteindelijk uit de erlenmeier overstroomt.
Het grote verschil met een echte vulkaanuitbarsting waar het werkblad op doelt, is natuurlijk dat de vloeistof in het zand wegzakt – terwijl echte lava over de oudere lagen heen zakt.
Coach kinderen op nauwkeurig observeren (door de reactie vertraagd op te nemen) en laat ze de gatentekst (eventueel als huiswerk) invullen.